introductie

Het principe van een bowling spel is simpel, er staan 10 pins aan het einde van de baan de speler krijgt twee worpen (een frame) om alle pins omver te werpen.
Zo krijgt de speler tien frames (beurten) en is het de bedoeling in die beurten zoveel mogelijk pins te laten vallen.

Techniek :
Het is de techniek die van een speler een "goede" bowler maakt.
         Het begint al met het vasthouden van de bal, de middel, ringvinger en duim houden de bal op de juiste manier beet.
Het is niet de bedoeling dat je in de bal knijpt, maar houd de bal losjes beet een goede bal is immers op maat geboord dus zal deze niet van je vingers afglijden.
Als je knijpt forceer je de bal en kun je dit aan je worp merken.


De worp :
Nu zijn we klaar voor de aanloop "Approach", dit is noodzakelijk omdat je zonder aanloop teveel kracht zou moeten gebruiken.

Ga in het midden van de baan staan "op de Approach" en breng de bal gedurende de eerste stap naar voren. Als je de bal nu een zwaaibeweging laat maken, kun je nog precies drie passen maken voordat de bal weer naar voren komt. Tijdens het maken van de laatste pas komt de bal gelijktijdig naar voren. Als je nu je knie ook nog wat buigt, glij je een stukje naar voren en kun je de bal rustig loslaten.

(1) Dit is de uitgangs positie.
(2) stap1: Bal naar voren brengen.
(3) stap2: De bal als het ware laten vallen.
(4) stap3: De zwaaibeweging (backswing) maken.
(5) stap4: De bal terug laten komen en nawijzen (follow trough).

Iedere bowler kan er een eigen stijl op na houden die anders is als de boven genoemde manier, deze vier stappen zijn vooral een richtlijn en zijn niet per defenitie bepalend.
probeer vooral op een manier te gooien die voor jezelf het best aanvoelt, dus niet forceren.

     ________________

     (7) (8) (9) (10)
       (4) (5) (6)
         (2) (3)
brooklyn__/(1)\__pocket  
     ________________
Dit is de bekende opstelling van de pins, de voorste pin heet de head-pin en is mischien wel de belangrijkste pin van het spel.
Een rechtshandige bowler zal proberen in de "pocket" te gooien, dat is tussen pin 1 en 3.
Een linkshandige bowler zal proberen in de "brooklyn" te gooien, dat is tussen pin 1 en 2.


De score :
Alle pins in een keer om is een strike, je krijgt dan 10 punten + de punten van de volgende twee worpen extra. Als je de pins met twee worpen om gooit dan heb je een spare, je krijgt dan 10 punten + de punten van 1 worp extra. Voor de rest telt elke omvergeworpen pin voor 1 punt. De score wordt per beurt door geteld.



Als er in de 10e frame een strike of spare valt wordt er een 11e frame ingelast, dit is het enige frame waar twee stikes in gegooit kan worden als namelijk in frame 10 een strike valt heb je 2 volgende worpen nodig om de score te kunnen bepalen, als je spared in frame 10 mag je een worp doen in frame 11 en in alle andere gevallen heb je gewoon 10 frames.